woensdag 19 september 2007

texto en español

! Buenos días! Yo soy Julie. Soy belga y yo voy a escribir un texto de Paraguay.

Yo estoy trabajando en `Maria de la pasión` con niños pobre. Ellos son alegres y cariñosos. Por ejemplo, yo camino en la calle y los niños me ven y me llaman `Julie, Julie,…`y andan detrás a mi. Me abrazan. En ese momento y siento muy bien.
En la escuela bailamos mucho los lunes y llevo los trajes típicos costumbres Paraguayas y bailo a la música con los niños. Los hijos ríen mucho porgue intento a bailar correcto.
El martes cantamos con una monja. Ella toca una guitarra y los niños cantan. A veces también bailan.
El viernes vamos a dibujar y pintar. Juntos con una profesora que da lecciones.
Me siento bien porque hago cosas por los niños. Ellos son muy pobres y soy sucio. Algunos llevan ropas con agujeros. Llevan zapatos y mucho más. Pero son muy cariñosos. Por ellos es la escuela, muy bien porque no viven en la calle y tienen comida.

La comida
En Paraguay, tienen cuatro comidas. Son desayuno, almuerzo, merienda y cena. La comida en mi casa es riquísima!
Yo comí empanada, tortillas, porotos, arroz, salsa, pescado, mandioca, milanesa, bori-bori y mas…
Están acostumbrados a tomar leche con pan en el desayuno.
Los alimentos mas consumidos son las carnes (inclusive menudencias). Yo no preferí esa comida. Eructar en la mesa es normal por mi familia. Utilizan el mantel como servilleta, a poner sus codos sobre la mesa y comemos solo con cuchara.

En la familia
No llevo la llave de la casa, ayudo en la casa con las cosas y lavo personalmente las ropas. Hablo cosas personales con las empleados y río mucho.

El folklore representa todo lo que piensa, siente y hace el pueblo de una manera tradicional y espontánea.
La vista a las costumbres son por la mujer, falda larga en rojo (o otro color), una blusa blanca con mangas cortas. Las mangas hacen croché en el color de la falda. No llevan zapatos. Tienen cabellos largos y negros. Lleva el pelo en una rodete o trenza.
El hombre lleva el pantalón negro, una camisa blanca con una faja y llevan un sombrero.
Juntos bailan a la músico.
Instrumentos de Paraguay son la guitarra y el arpa.
Las gentes toman, en tiempo calor, todo día tereré. En el tiempo frío toman el mate.
También montan los animales que viven en Paraguay. Yo mire muchas fotos del jaguar, tigre, pantera, tagua, papagayo, chimbe, yurumí, mborevi, jakare, tatu carreta, taguato ruvicha,… y mas.
Una vez, un mono salto en mi nuca.

Paraguay fuí por mí una desconocido país. El país tiene una muy lindo naturaleza, por ejemplo Gran Chaco y la parca nacional con selvas y cascadas. También tiene jesuíticas.
Y las gentes son calida corazón.

Asuncion

Ik zie er zo naar uit om naar de hoofdstad te gaan. 3u en een half met de bus.
We naderen het centrum en er zit bijna geen mens meer op de bus. De buschaufeur vraagt me waar ik afmoet. De terminal is het eindpunt. Hij denkt dat ik van noord-Amerika kom. Ik mag helemaal vanvoor zitten in de bus. Ze vragen me steeds waarom ik geen vriend wil in Paraguay. Ze snappen het blijkbaar hier niet. Hij stelt me voor om deze nacht bij hem te slapen en hij zal mij de stad wel laten zien. Den denk ik zo van, neen dank je!
Ik zie in het station met vriendinnen terug van Belgie. Het kost me enige moeite om terug in het Nederlands te spreken. En dan komt dat engels er ook terug bij… Al die verschillende talen!
Op donderdag gaan we naar eht centrum voor ons paspoort. We vragen of we even een uurtje stad mogen verkennen. Ik trek er zoveel mogelijk foto’s (Panteon de los herues) en ik ga vlug naar de indianenmarkt om enkele spullen te kopen. Een arme man smeekt me om zijn zelfgemaakte gitaar te kopen. Hij heeft geen geld en heeft honger. Meer heb ik van Asunsion niet gezien. Jammer genoeg! Maar ik kom terug.
In de middag zie ik nog een kleine museum van het land. Voor de rest heb ik zitten vertellen en luisteren voor een ganse periode. Van slapen, kwam er niet veel in huis.
Het waren rare dagen… de tijd dat ik hier in Paraguay verbleef, leek wel een droom.
In de nacht worden hier wel verschillende beesten wakker en komen ze naar buiten. Bij regenweer zijn dat de reuzenpadden en het krioelt er hier dan van. Katten proberen ze dan te pakken of met hen te spelen. Maar er lopen hier ook enkele andere beesten rond op het kamp, (Tessa, sla dit stukje maar over) zoals de vogelspin. Ze staan dan op hun achterpoten om je aan te vallen met hun gif. Ik ben blij dat ik deze maar ankle dood gezien heb. Ik was er toche ven niet meer gerust in. Al huppelend door het gras, vol schrik, hiegelde ik door het donker in de hoop dat ik er geen levende ging tegenkomen.
Ik vroeg of de ook in Caaguazu zitten, maar het schijnt van niet.
In de terugrit met de bus zie ik mensen wachten onder een strooien afdakje, dat is de bushalte. Kinderen blinken de schoenen op van mensen en lopen dan rond met een kistje met schoensmeer. Vrouwen lopen langs de baan met een burdel takken op het hoofd. En heel veel mensen met paard en kar. Net als in mijn stad caaguazu.
Caaguasu in guarani is ka’a guasu. Dit betekend hoge en veel bomen. De mensen in de hoofdstad denken dat het een soort kamp is zonder luxe. Dat ze hier geen Spaans spreken en geen winkels hebben. Dat ze zelfs wereldwreemd zijn. Voor mij is het een dorpje, net als een ander. Met lieve en vriendelijke mensen.

circus, zondag 10 september

Het grootste circus in zuid-Amerika. De tent ziet er zowat hetzelfde uit zoals bij ons, maar in de naden van de tent zijn er wat luchtgaten. Als het eens goed regent, kan je wel eens behoorlijk nat zijn. Dan begint de show… een paar clowns doen hun ding. Ik zit net in de scouts naar het groot kampvuur te kijken. Dit is dan profesioneel, het lijkt me net amateurs die eens laten tonen wat ze ‘kunnen’. Samen met mijn zusje en broertje ga ik naar de voorstelling gaan kijken. Ze lijken heel enthousiast. Er zitten wel boeiende stukken bij, maar deze duren dan maar een minuutje of zo. Zoals wandelen op een koord of spelen met vuur of fietsen in een koepel. Het is net of ze hun tijd moeten vullen met andere dingen.
Mijn zusje Belen heeft zelfs op een pony mogen rijden, zoals bij ons op de foor.
Dan trekken ze een foto met mannen in een pak, te vergelijken in een pretpark.
Dat is zowat het circus bij ons…. Popcorn met zout… Mijn kleine broertje en zusje houden er van.

Het leven van een kind in Paraguay

Door mijn dorp loopt een beekje, een hele diepe beek. Het is er heel vuil.
20 jaar geleden, op een dag ging zuster Maria met de kindjes het vuil gaan opruimen. Tussen het vuil aan de beek vonden ze een dood babytje. Nadien hebben zee en klein kappeletje gebouwd aan de beek. En nu is er de school ‘Maria de la passion’.
Men wil niet dat er nog meer ongelukken gebeuren met de kindjes. Want als ze op straat spleen, is een ongelukje rap gebeurt.
In Paraguay leven zo 6 miljoen mensen, waarvan 70 procent kinderen onder de 16 jaar. 52 procent van de kinderen leven op straat. Voor Paraguay is er dus geen toekomst. Want de 52 procent kinderen kunnen niet lezen of schrijven en kennen geen thuis gevoel. Ouders maken kinderen als beesten en ze behandelen ze ook als beesten. Als er eentje sterft is het niet zo erg. Hoe meer kinderen hoe beter. Want die vragen geld op straat en ze moeten alles afgeven aan de ouders. Dus hoe meer kinderen, hoe meer geld voor de ouders. En ze mogen geen centje achterhouden, want dan krijgen ze van de zweep of riem of iets dat ze in hun handen hebben.
Volgens mij hebben de kindjes dan op MIJN school nog een beetje toekomst ook al zijn ze ook superarm, ze kunnen lezen en schrijven. En leren nu ook wat gitaar spelen.

Het leven van een werknemer

Op weg naar mijn spaanse les, rond 17.30u, ruik ik de geur van hout. 10 stappen verderop ruik ik ether en tegen dat ik de hoek van de straat bereikt heb, ruik ik iets verbrand. Er zijn hier zoveel geuren op straat.
Eigenlijk heb ik niet echt meer spaanse les, want ik ken de basis. In het huis is er vandaag geen elektriciteit. Bij de buren wel, maar deze blok niet. Tegen de avond heeft heeft San Lorenzo geen elektriciteit. Ze lopen in huis rond met kaarsen.
Het wordt al rap donker. Tegen 18u is het donker, want we zitten hier in de winter. Een meisje, Lourdes, haalt empanadas en kleine bruine krackotjes. Ik geniet van de avond onder de sterrenhemel. Het meisje, Lourdes, verdient zo 300.000 guarani, das dus delen door 7.000, das dus nog geen 50 euro per maand. De andere mensen hier, werken normaal 12 uur per dag en 6 dagen per week en die verdienen 200.000 per maand (30 euro). Das helemaal niets. Ik vraag me echt af hoe ze daarmee kunnen leven. De laatste 3 dagen is de prijs van het eten enorm gestegen!
Groenten en fruit eten ze hier blijkbaar niet, want loor hen ik het te duur om te kopen. De meeste paraguayanen lustten het ook niet, omdat ze het niet gewoon zijn.
Gladys, een werkneemster, verteld me dat bij haar thuis wel groeten op tafel komen. Haar vader woont in Brazilie en haar moeder in Bolivia. Daar eten ze wel veel groeten.
Maar anders eten ze het normaal niet.
Ik koop af en toe wat eten loor hen. Nu ik het resept heb van pannenkoeken, zal ik die ook eens klaarmaken.
Een vrouw op school verteld me dat ze slaapt is een klein houten huisje, ze heeft een bed, een tafel en een klein radiootje. Voor de rest heeft ze zelfs geen kookfornuis. Ze heeft 10 jaar moeten werken voor dit klein houten huisje. Stel je voor… enkel wat houten planken. Ze leert me op school room maken, buri-buri, enz…

Het verkeer

Kleine kindjes zitten hier al achter het stuur. Ze kunnen met moeite de straat zien. Op de brommer, zitten ze met zoveel mogelijk alst kan. Gelukkig zijn de wegen eenrichtingsverkeer, maar steken elkaar voorbij aan alle kanten. Geen helm, geen gordel. Krossen over de hobbelende wegen.Je kunt je het wel voorstellen. Met een volle klaas is het niet aangeraden, want je doet zeker in je broek.
De politie trekt er hier niet veel van aan. Zelfs op de radio zeggen ze waar de politie staat en dan nemen de mensen allen een andere weg, om zeker niet voorbij hen te moeten rijden.

Op een klein marktje

Om de paar dagen gaan we naar een klein marktje om fruit te kopen. Enkele tafels staan in een rij. Vrouwen verkopen hun producten. Er is zelfgemaakte kaas, erwten, noten, mais,… een vrouw ontdoet mais van een maiskorf. Weegt deze dan en knoopt de zak dicht. Een andere vrouw staat aan een tafel met een ijzeren metaalblad. Er ligt een grote gomp vlees, de rug denk ik. Met een groot mes snijd ze repen vlees, maar de rugwervel gebeurt met een zaag, zoals wij die gebruiken om een boom om te zagen. Een man helpt haar en met zijn tweeen zagen ze alles door. Mijn moeder koopt er op los, want groeten en fruit kost hier niets. En ik maar dragen. Als we weg zijn, dan is gans het kraam half leeg en eet ik lekker veel fruit.
Zelf heb ik ook al erwten ontdaan uit hun omhulsel, evenals nootjes. Hier zitten ze met 4 of 5 in een omhulsel. In Belgie is dit enkel 1 of 2. Er kruipt veel tijd in. Want de geselecteerde nootjes of erwtjes in de supermarkt kosten enorm veel geld. Das de reden waarom de mensen ze zelf ontdoen. En het ook wel gezellig.

Een baby krijgt een naam

Er wordt een baby geboren. Na enkele weken, als men er zeker van is dat de baby gezond en wel is krijgt hij een naam. Zo word ik op een dag wakker door enorme luide knalschoten. Ik dacht even, weer een feest? De ganse dag vraag ik me af wat dit toch te beteken heeft.
Ik zie de kleine spruit, helemaal in een doek gewikkeld. Wat is dit gezin toch ook arm. De grond is van zand, de muren van hout en helemaal scheef getrokken met enkele gaten. Het zand kleeft tot een meter hoog aan de muren. Maar ze is gelukkig en de baby lacht.

Het leven in mijn straat

Het is meer dan 30graden. Een man filterd zand door een metalen kader (voor onder je matras). Het staat tegen zijn huis, daartussen valt het zand. Anderen schilderen kasten op straat in een bepaalde kleur. Een beetje verderop zitten 5 mannen te kaarten voor geld voor hun huis op straat, ik wil wel een foto nemen, maar dit is ongepast. Daarvoor duwen enkele mannen een auto de heuvel af, de moter start en hij is weg. Op de hoek van de straat kruist hij een vrachtwagen vol mensen. Ze hebben blijkbaar een klein feestje, want de vrachtwagen hangt vol balonnen en de muziek is hoorbaar.
Op de andere hoek ligt een gomp vlees. Het is een dode koe zonder vel. Het ligt op een vuil zeil in de straat vol zand. Mmm… lekker denk je dan! Honden die overal hun behoefte doen en zo. In enkele seconden is al het vlees verkocht, enkel de kop met de hoorns en de ogen blijven liggen, evenals een plastieken jute zak vol ingewanden. De mensen lopen dan met een doorzichtige plastieke zak over straat. Je kan het vlees er lekker door zien. Aan de overkant hangt er ook een grote stuk rip in de zon samen met nog een been. De volgende dag hangen de ribben er nog steeds. Vliegen zie je er niet rond vliegen, maar de geur van vlees neem ik op.

Het leven achter de schermen

Na een kleine maand praat ik zo wat met de plaatselijke bevolking. Ze vertellen me persoonlijke dingen. Ik vroeg zo eens op een dag, hoeveel een werknemer verdient op 1 maand. Dat is nog geen 60euro per maand. Ik vroeg hen nogmaals, ben je geen nul vergeten? Neen nee, dit is alles. Wat koopt men dan? Enkel wat vrees, mandioca en cola. Das al! Ik was er het ganse weekend niet goed van. Ik dacht van… ik koop af en toe wat eten voor hen, want ze zien er zo mager uit. Een dame in de winkel heeft zelfs geen borsten, omdat het door de armoede niet kan ontwikkelen.
Op school zelf dragen de kindjes gescheurde kleren. ALS ze schoenen hebben, zitten die vol gaten net als de gaten in hun tanden. Ze zien er zo vuil uit. Geliukkig krijgen ze 3x per dag eten op school, want thuis is er helemaal niets te eten.
Ik zit er mee in, dat volgend jaar, de school niet meer zal bestaan. Er is geen geld meer. De school leeft van giften, of van schenkingen. De mensen zijn zodanig arm, dat ze niets meer kunnen geven. De kindjes hebben de school echt nodig, want anders leven ze op straat en raken ze aan de drugs. Ze zijn zo lief en aanhankelijk, dat ik er niet mag aan denken.
In een gezin hebben ze enorm veel kinderen. Plan international geeft hen voorbehoedsmiddelen, maar ze gebruiken ze niet. De kindjes moeten dan maar werken voor de ouders.
Mijn hart breekt als ik ze zie. Gelukkig is de grond hier vruchtbaar, zodat ze kunnen planten en zaaien.

De kerk in het centrum

Het leven in de kerk gaat er een beetje anders aan toe in vergelijking bij ons. De paster vraagt stilte... op de muziek verteld hij zijn verhaal en de mensen reopen af en toe iets toe. Sommigen zitten met hun knieen op de grond, anderen liggen half over de bank. Even later vraagt hij om dichterbij te komen. De muziek gaat er wat enthousiaster aan doen en men begint allen te dansen. Net als bij ons bij kampvuurliedjes, maar hier in de kerk. En springen dat ze doen, ik sta volledig in het zweet. Terwijl het wel frisjes is in de kerk. In de zomer draaien er enorm veel waaiers aan het plafond. De kerk is niet zoals bij ons, gewoon… vierkantig in bakstenen, net een zaal.
Na het dansen gaan ze ontzettend rap terug op hun plaats. Nu wordt er verwacht dat je je ogen sluit en de muziek gaat door merg en been. Als je je ogen opent, dan zie je met de tranen in hun ogen. Er wordt geknuffelt en gekust. Nog even elkaars handen vasthouden en buiten de kerk lachen ze terug vrolijk, net of er niets gebeurt is.